Dorst

Vandaag, en dat doet best een beetje pijn, verlaten we de Central Kalahari. We vertrekken om half acht en dat betekent dat we om half zeven naast de tent moeten staan. Geleerd van het debacle van Piper Pan hebben we vannacht wel een wildtrap camera opgehangen. Helaas geen prijs deze nacht. Onze eigen wildtrap is overigens ergens onderweg gesneuveld. De camera weigert het SD kaartje te herkennen en daarmee is het ding officieel stuk. Vorig jaar voor deze reis gekocht, een keer gebruikt om te oefenen en nu weigert het dienst. Gelukkig werkt de wildcam van Wouter wel.

Geheel conform planning is iedereen om half acht klaar, de koffie is op en we zijn klaar om te vertrekken. Onderweg bespreken we nog een keer hoeveel mazzel we hebben dat we op deze prachtige plek op onze aardkloot zijn. We genieten enorm van het moment en zijn heel erg gelukkig! Helaas hebben we een lange reisdag en zitten we op een superstrak tijdschema. Het duurt minimaal een uur of drie voordat we de Kalahari überhaupt uit zijn, daarna is het nog zo’n driehonderd kilometer naar Planet Baobab, de eindbestemming van de dag. Tussendoor moeten we ook nog eens ergens tanken én boodschappen doen. Kortom we “racen” het park uit waarbij we dus nog nauwelijks tijd nemen om van al het moois te genieten. Racen betekent overigens een snelheid van maximaal vijftig kilometer per uur, meestal rijden we veertig en soms halen we de dertig niet eens.

Onderweg spotten we nog wel wat klein wild. Snel maken we een paar foto’s om daarna weer het gaspedaal in te drukken. We hebben relatief gezien veel mazzel met de wegen vandaag, er is weinig hobbel-de-bobbel en ook weinig wasbordjes, we kunnen het tempo daarmee redelijk inhouden. In drie uur en vijftien minuten staan we weer in Rakops. We beginnen met pinnen, gevolgd door het inslaan van veel bier en tot slot tanken we onze auto’s weer vol. Dat laatste leidt tot pesterijtjes over en weer. De familie Herps rijdt deze vakantie in een stoere Landcruiser terwijl wij in een “luxe” Hilux rijden. Zij rijden op benzine, wij rijden op diesel. Zij rijden één op zes, en wij rijden één op negen. Zij moeten negentig liter tanken en wij slechts vijftig. Dat maakt de Landcruiser niet alleen stoer maar maakt het tevens tot een onvervalste zuipschuit. 

We doen in Rakops ook wat kleine boodschappen onder het motto van “nu we er toch zijn”. Als we de boodschappen in de koelkastjes willen opbergen komen Bart en Marloes tot een onaangename verrassing. Het racen heeft ervoor gezorgd dat de mayonaise en de margarine is ontploft in de koelkast. De hele koelkast zit onder de smurrie. Bij ons is het al niet veel beter, een ontploft blikje bier zorgt voor een grote plakzooi in de koelkast. Kortom een teringzooi in beide auto’s.

We laten de koelkastjes even voor wat ze zijn en besluiten om een een en ander vanavond pas schoon te maken. Naast de lokale buurtsuper blijkt een bakkerijtje te zitten waar het heerlijk ruikt. Als we een kijkje nemen blijkt het bakkerijtje ook een soort van sauzijzenbroodjes te verkopen. Een paar minuten later zit iedereen in het ochtendzonnetje van Rakops te genieten van het ontbijt. De sauzijzenbroodjes zijn verukkelijk en vragen direct om een tweede ronde. 

Zodra de snacks op zijn is het tijd om te verkassen. We zetten koers richting Gweta. Als we Rakops uit zijn gaan we rechtsaf richting “snelweg”. De snelweg, een asfaltweg met tegenliggers, blijkt heel lang, heel recht en daarmee heel saai te zijn. We rijden een lange tijd op een weg die de schijdslijn is tussen twee nationale parken (Makgadikgadi en Nxai Pan). Dit betekent trouwens wel dat we nog wat kansen hebben om wild te zien. En ja hoor! De walkie talkie rammelt en het is Wouter die meldt: “Wildlife op twaalf uur!” Twaalf uur? Da’s recht vooruit! De Cruiser mindert vaart en dan zien wij het ook! Op z’n dooie akkertje slentert een flinke olifant over de weg. Dit nemen ze ons in ieder geval niet meer af! Het blijft niet bij deze olifant. We zullen op deze weg uiteindelijk vierentwintig olifanten zien vandaag en dat stemt ons meer dan gelukkig. Alle beesten die we zien vandaag zijn op zoek naar vers drinkwater. Het lijkt er op dat de olifanten in hun zoektocht naar water de waterleidingen gesloopt hebben. Steeds als we ze zien, zijn grote betonnen putdeksel verschoven of gesloopt. 

Rond vier uit bereiken we Gweta. Door wat miscommunicatie rijden we een stukje verkeerd. Blijkt dat het “Cruisertje” weer eens dorst heeft. Bart gooit de auto weer vol en dan is het nog maar een paar kilometer naar Planet Baobab. Bij Planet Baobab hebben we twee family cottages gehuurd. Vandaag slapen we eindelijk weer eens met ons drietjes.

De paar uur die nog resten worden besteed aan het opruimen van de auto’s en het doen van wat wasjes. Dit geldt overigens niet alleen voor de kleiding. Ons huisje is uitgerust met een prima en vooral ook lekker warme douche en dat is na vier dagen Kalahari meer dan welkom! Planet Baobab heeft een zwembad dat weliswaar groot maar ook erg koud is! Desondanks vinden Floor en Wouter met nodig om het bad testen. Beiden willen niet voor elkaar onder doen, maar de temperatuur van het water nodigt niet echt uit om te zwemmen.

Vandaag is ook weer een dag dat we voor een half uur de beschikking hebben over WIFI. Snel checken we onze social media en lezen wat appjes. Daarna is het al weer snel tijd voor het diner dat overigens meer dan prima smaakt! De lodge heeft haar naam natuurlijk niet zo maar gekozen. Op het terrein staan meerder oude en grote baobabs die ‘s avond met lampen worden verlicht. Superfotogeniek en dus nemen we nog even de tijd om daar wat foto’s van te maken.