De eerste olifanten

Half zeven, het is tijd om wakker te worden en op te staan. Terwijl eenieder zich weer van zijn of haar eigen taak kwijt, dat wil zeggen het opruimen van de slaapkamers en het fatsoeneren van de auto’s, zorgen Floor en ik voor het ontbijt. We eten pannenkoeken deze ochtend. Floor heeft de leiding in de keuken en zorgt ervoor dat de eieren, melk en bloem vakkundig worden gemengd. Als eenieder klaar is met z’n taak, kan er gegeten worden. “Dit heeft niets meer met de Afrikaanse bush te maken, dit zijn first class pannenkoeken!” Er is zo veel beslag dat we allemaal twee pannenkoeken krijgen.

Zodra de koffie en de koeken op zijn, kunnen we vertrekken. Uiteraard is het even spannend als we de auto starten, maar als dat zonder problemen lukt, kunnen we echt op weg. We hebben een stevige route voor de boeg. Een route waarbij het rijden een stuk lastiger is dan gisteren. De kleur zand bepaalt welke soort beproeving we moeten ondergaan. Geel zand betekent hobbel-de-bobbel, rood zand betekent glooiend waarbij de auto enorm heen-en-weer wordt geschud. Dit schudden, dat doorgaans gepaard gaat met een behoorlijke scheldkanonade, stopt alleen als de auto volledig stil wordt gezet.

Onderweg zien we uiteenlopend wild. Het is geenszins zo dat er grote kuddes te zien zijn, maar wat we zien wordt vaak met enthousiasme ontvangen. We spotten het gebruikelijke wild zoals bokjes en de oryx en voor het eerste deze vakantie een eenzame gnoe. We zien vandaag ook voor het eerst deze vakantie een aasgier. Het beest zit net te ver weg om goed te kunnen bepalen welke soort het is, maar het is ontegenzeggelijk een gier dus we tellen ‘m.

Als we even stoppen voor een korte pauze, kijken we meteen even hoe ver het nog is naar de volgende campsite. Eén á anderhalf uur rijden nog, is de schatting. In praktijk echter blijkt die schatting niet echt te kloppen. De route naar onze campsite is veel en veel langer. Door deze wetenschap ben ik even niet de allergezelligste in de auto, de abobinabele staat waar het pad zich verkeert doet daar nog een schepje bovenop. Het zweet loopt in straaltjes over m’n rug van de inspanning en de concentratie, maar de uiteindelijke beloning is grandioos. Kort voor het bereiken van de campsite ligt een waterhole langs de kant van de weg. In één keer is daar een overvloed aan wilde dieren! Uiteraard is iedereen de vermoeidheid even vergeten en kunnen we genieten van al het moois. Heel lang blijven we niet staan en vervolgen we het pad weer richting campsite.

Met een biertje in de hand verkennen we de campsite. Onder toeziend oog van een kleine jakhals, die ons formeel welkom heet op deze plek, kunnen we constateren dat Piper Pan een meer dan prima campsite is! Terwijl ik wat rondstruin met het biertje in de ene hand en de camera in de ander, zie ik in de verte drie grote grijze kolossen opdoemen. Onze eerste zelf gespotte olifanten zijn daarmee een feit!

De keuze is nu snel gemaakt: Hup terug de auto in. De beesten zijn ongetwijfeld onderweg naar de waterhole om te drinken. Wat overigens enorm opvalt aan het wild in de Central Kalahari is dat het nog behoorlijk schrikkerig is. Blijkbaar is het toeristische gehalte van dit park lager dan in ander wildparken die we in het verleden hebben bezocht. Dit heeft zeker z’n charme en verkleint (als dat al aanwezig was) het Beekse Bergengevoel.

Dat schrikkerige gedrag merken we ook aan onze olifanten. Regelmatig stoppen ze met lopen en  steken ze hun slurf in de lucht. Hierbij kijken ze opvallend vaak naar onze auto. Blijkbaar is de plek waar wij de auto hebben geparkeerd voor de olifanten te verstorend. Nadat ze nog een keer hun slurf in de lucht hebben gestoken en richting auto hebben gekeken, besluiten ze om te draaien en terug te lopen waar ze vandaan kwamen. Het is inmiddels zes uur geworden, dus we besluiten om terug te rijden richting onze campsite. Zodra we wegrijden, draaien de grijze lobbessen zich om en lopen ze alsnog richting waterhole. Wij besluiten de dieren verder met rust te laten en rijden terug naar het vijf minuten verderopgelegen Piper Pan.

Vandaag eten we de boerewors met een Salade Marloes. Voor het eerst deze vakantie houden we een restje vlees over. Dit wordt goed verpakt en bewaard om morgen op de boterham te doen. Het brood is ook een verhaal apart. We hebben zogenaamd long lasting bread, blijkbaar zit er zoveel conserveringsmiddel in dat dit brood een behoorlijke periode te eten blijft. Als de afwas weer is gedaan, is het nog tijd voor een drankje dat uiteraard gedronken wordt bij het kampvuur.