Strandleven

T17
Strand, strand, strand en daarom natuurlijk ook drie keer per dag happy hour. Happy hour hier betekent dat de prijzen van een drankje teruggebracht worden tot normale Thaise begrippen: zestig baht voor een biertje (iets minder dan 2 Euro). Vandaag en dat geldt ook voor de dagen die ons hier nog resten, doen we niets. Dat wil zeggen niets anders dan wat je van het strandleven mag verwachten. Concreet betekent dat een plons in het water, een slok bier, een hap rijst om vervolgens weer te beginnen met een plons in het water.

Het resort waar we zijn is verreweg de duurste die we deze vakantie hebben geboekt. Dat blijkt meteen al bij het ontbijt. De meest lekkere dingen zijn voor ons uitgestald. Eindelijk een goed ontbijt. Eieren, noodle soup, verse broodjes, we eten ons aardig rond.
Na het ontbijt dient natuurlijk gezwommen te worden. Floor is niet bij het water weg te slaan en geniet met volle teugen van alles wat het strandleven te bieden heeft. In tegenstelling tot de zeebestemming van vorig jaar (Lankayan, Borneo) is in deze zee maar weinig zeeleven te bekennen. Floor krijgt het desondanks voor elkaar om een vuistgrote krab te spotten in het water.

Aan het eind van de middag trekken we ons even terug op onze hotelkamer. Lekker even lezen in de koele lucht van de airco en genietend van de ‘four o’ clock snack’. Omdat we weinig ondernemen zal de (drank-) rekening behoorlijk zijn. San merkt terecht op dat we ons best een uitspatting mogen permitteren deze budget vakantie…

Tijdens ons verblijf hier worden we iedere avond getrakteerd op een fikse regenbui. Meestal gebeurt dat in de avonduren en meestal gebeurt dat als het personeel van het Buri Rasa net de BBQ heeft opgezet en hun etenswaren hebben uitgestald. In allerijl wordt alles weer afgebroken.

Als de laatste avond aanbreekt moeten we nog een ding regelen voor onze terugreis: een taxi terug naar de pier. Gelukkig is iedere restauranteigenaar op dit eiland tevens reisbureau, taxichauffeur en aanbieder van excursies. Terwijl we op ons eten wachten, nemen we met de taxichauffeur de tijd en de bestemming door. Dit blijkt als gevolg van de taalbarrière (hij spreekt nauwelijks Engels) een lastige opgave. Uiteindelijk begrijpt de chauffeur waar we naar toe moeten en biedt ons het ritje aan voor duizend baht. Daar gaan we weer… Driftig knik ik nee. Duizend? Drie dagen geleden hebben we zeshonderd betaald. We maken het af op achthonderd. In ieder geval nog honderd minder dan de prijs die er normaal gesproken voor staat als je met een minibusje reist. Wij hebben een privé taxi.
We laten ons de rest van het eten smaken in de wetenschap dat dit voorlopig onze laatste Thaise maaltijd is.

San heeft een flink deel van de tassen al in orde gemaakt dus bij ‘thuiskomst’ kunnen we snel naar bed. Zoals gewoonlijk val ik als een blok in slaap en zoals gewoonlijk word ik midden in de nacht ook weer wakker. Als ik me omdraai om weer verder te slapen hoor ik een vreemd geluid. Geen acht op slaan en gewoon weer inslapen. Het geluid houdt echter aan en ik doe het licht maar aan. Een insect zo groot als mijn duim vliegt tegen het gordijn. Terwijl ik de klamboe dicht doe wordt San wakker. “Wij onder de klamboe dan Floor ook onder de klamboe.” Floor wordt dus bij ons in bed gelegd en met een te kleine klamboe is dat niet heel prettig. Dus toch maar op jacht gaan naar het beest. Ik sla het beest direct in de eerste rond en met een gemikte tik bewusteloos en laat het vrij op het terras. “Zo en nu slapen.” Ik kruip in bed en hang de klamboe goed. Nu is het San die weer iets hoort. Klamboe weer dicht en slapen. Slapen, ja dat zou fijn zijn. Het wordt een lange onrustige nacht in een te klein bed ergens op een eiland in de Golf van Thailand.