Chiang Mai verkennen

T10
Het Rawisara Resort is direct gelegen achter een tempel. De tempel doet niet heel erg pompeus en belangrijk aan, maar het is zonde om niet van de gelegenheid gebruik te maken om het te bezoeken. Ik pak m’n tas en loop (alleen deze keer) op m’n gemak naar de tempel. Bij binnenkomst voelt het toch een beetje vreemd. De grote toeristische tempels die we eerder hebben bezocht en waar we opgingen in de anonimiteit vanwege het grote aantal toeristen maken plaats voor een intiemer exemplaar en dat voelt toch een beetje als binnendringen. Zeker als blijkt dat er een soort buurtvergadering bezig is en iedereen opkijkt zodra ik het terrein betreed. Ik loop een rondje en maak wat foto’s.

Nadat ik mijn schoenen op de trap heb achtergelaten en de tempel binnen loop zie ik vier jonge monniken die bezig zijn met een spelletje. Ik begroet de oudste met de inmiddels ook bij ons bekende groet (twee handen gevouwen voor het gezicht) en hoop dat het de juiste wijze is. Mijn begroeting wordt beantwoord en een vriendelijk gezicht gebaart me om de tempel binnen te lopen. Nog steeds wat ongemakkelijk neem ik plaats in de tempel en kijk wat rond. Na een paar minuten schuift de monnik wat dichterbij en vraagt waar ik vandaan kom. Het blijkt dat de monnik in een soort retraite is en slechts zeven dagen in deze tempel woont. Hij helpt daarbij de jonge monniken (7-11 jaar) met Engelse les. Terwijl we wat aan het kletsen zijn, wordt ons door de jongste van het stel een kopje chocolademelk geserveerd. Ik sta perplex en geniet met volle teugen van het moment. Daar waar in Nederland de “oranje jurken” vaak gepaard gaan met gebedel en onbegrip daar is deze ontmoeting er juist een van wederzijdse interesse en respect voor elkaar. Hoewel eigenlijk te donker probeer ik nog wat foto’s te maken in de tempel. De ontmoeting en de herinnering hieraan zijn belangrijker dan het plaatje… Ik neem afscheid van de monniken in de wetenschap dat dit een heel bijzonder moment was.

In de paar honderd meter die ik naar huis loop, merk ik al snel weer hoe dodelijk warm het weer is. We besluiten de ochtend en het eerste deel van de middag verder te slijten aan het zwembad en in de hotelkamer en pas rond de klok van half drie richting centrum te gaan. Langzaam maar zeker leren we de stad een beetje beter kennen. Een beetje laat, morgen vertrekken we naar de volgende bestemming. De chauffeur van het resort zet ons af aan de oostzijde van de stad, recht voor de deur van een grote tempel.

We betalen veertig baht entree en dat is de eerste keer deze reis. We hebben inmiddels aardig wat tempels gezien maar het blijven fenomenen. Floor zit vol met vragen die we zo goed mogelijk proberen te beantwoorden, maar ook wij moeten soms het antwoord schuldig blijven. Eerder hebben we al uitgelegd dat monniken geen bezittingen hebben. In de wereld van Floor is dat een beetje vreemd. “Waar slapen ze dan en eten ze en drinken ze?” Op dat moment wordt net eten geofferd aan een monnik en kunnen we de vraag gemakkelijk met een “live-voorbeeld” beantwoorden.

We besluiten om wat te gaan drinken in een van de cafeetjes die in ons reisgidsje staan. Een koud drankje met tempuragarnalen gaat er bij iedereen wel in. Het cafeetje is gevestigd aan een lange weg waar altijd wat te doen en te zien is. Zowel locals als toeristen uit alle windstreken trekken aan ons voorbij. Hoewel we hier nog even zouden kunnen blijven zitten vervolgen we toch onze route weer en besluiten nog één tempel te bezoeken. De Wat Chedi Luang is de oudste tempel van de stad. Door het lezen in reisgidsen, het praten met mensen en de info op het internet worden zaken langzaam maar zeker wat duidelijker waardoor een bezoek aan dergelijke tempels een stuk leuker wordt.

Het lijkt alsof het ministerie van toerisme alles uit de kast heeft getrokken om de regio te promoten. Een groot podium waarom gedanst wordt, verschillende informatiestands en natuurlijk volop te eten en te drinken. Het streetfood is nog steeds niet aan San besteed dus we eindigen onze stadstoer vandaag in een hip-met-airco-gekoeld-restaurantje. Floor heeft nieuw lievelingseten en bestelt wederom rijstsoep. San kies voor de sateh en ik ten slotte voor een groene curry. Het gevolg van de darmklachten van San is dat ze extra alert is op het eten dat ze krijgt. De kipsateh wordt niet vertrouwd en teruggestuurd naar de keuken.

Chang Mai is een leuke stad bedenk ik me op de weg terug. Wellicht hadden we ons daar beter op moeten voorbereiden. Helaas heeft ook onze reisgids ons verschillende keren in de steek gelaten. Volgende keer maar weer gewoon een Lonely Planet.

Bij thuiskomst staat nog één ding op de planning: de jacuzzi… De gratis upgrade van onze kamer is prima bevallen en heeft als extraatje dus een bubbelbad. We kan reizen toch lekker zijn, denk ik terwijl ik mijn ogen dichtdoe en nog een slokje bier pak…