Pijn in ons hart

Voor de laatste keer worden we wakker in Afrika. De tassen zijn ingepakt en staan al klaar. Uiteraard is het nog één keer tijd voor een kop koffie uit een metalen beker. Terwijl we genieten van de koffie spot San(!) een olifant aan de andere kant van het meertje. De dikhuid is blijkbaar op zoek naar wat water en komt dicht in de buurt van ons huisje. Het beest gaat op in de natuur en is nauwelijks meer te zien. Te horen daarentegen des te meer. Bomen en struiken moeten het begeven door de kracht en het gewicht van de olifant. Als we niets meer zien en niets meer horen aanvaarden we de reis naar Pretoria.

De tocht naar de uitgang van het park verloopt voorspoedig totdat we tot stilstand worden gemaand door een tegemoetkomende auto. We worden gewaarschuwd voor een olifant die langs de kant van de weg loopt en met een slecht humeur is wakker geworden. Een gewaarschuwd mens telt voor twee en langzaam vervolgen we onze weg. Niet veel later komen we inderdaad een olifant tegen. De auto die voor ons rijdt en bestuurd wordt door local trapt op de rem. De achteruitrijlichten gaan aan. Ook zij nemen blijkbaar de dreiging serieus. Met het klappen in de handen proberen ze het beest weg te jagen. De olifant lijkt niet heel erg onder de indruk. Als de olifant heel even van de weg stapt rijdt de auto met de locals weg en de dikhuid voorbij. Even denk ik dat het mij ook wel moet lukken, maar op het laatste moment besluit ik het niet te doen. In een drafje nadert het beest onze auto. Ook wij rijden achteruit en zorgen uiteraard voor een behoorlijk gat tussen auto en beest. We parkeren de auto in een bocht en zetten de motor uit. Als na een paar minuten nog steeds geen olifant te zien is, start ik de motor en rijdt zo snel mogelijk naar beneden. Eind goed al goed. Jammer genoeg hebben wel de camera’s al ingepakt zodat we geen foto’s kunnen maken. We zullen het moeten doen met een herinnering, maar dat is geen enkel probleem.

Gisteravond is al het eten opgegaan, we hebben dus geen ontbijt meer. Dat moeten we dus ergens onderweg doen. Als we langzaam trek krijgen rijden we een stadje in op zoek naar iets te eten. We zijn niet meer zo kritisch dus als een Kentucky Fried Chicken verschijnt trap ik op de rem en parkeer ik de auto. Onmiddellijk staat een jongen klaar om onze auto in de gaten te houden. We bestellen eten snel onze friet met de kip. We zijn niet heel erg op ons gemak en willen eigenlijk zo snel mogelijk weer in de auto zitten. Floor eet uiteraard weer in haar eigen tempo en da’s te traag. We sommeren haar de laatste stukje kip mee te nemen naar de auto. Onze ‘bewaker’ krijgt z’n geld en we verlaten het stadje net zo snel als we er ingereden zijn. Als we weer op de grote weg zijn, meldt San dat we ook rekening moeten houden met tolwegen. Kunnen we dat nog betalen, denk ik en vraag aan San hoeveel geld we nog hebben. En dan wordt het stil. De tas met portefeuilles, paspoorten, camera’s én alle geheugenkaartjes ligt nog in de KFC! Ohhh, het zal toch niet. We draaien om en rijden terug het stadje in. Waar was het ook al weer? Als we uiteindelijk de KFC gevonden hebben, blijkt de tas nog op dezelfde plek te staan. Snel controleert ze de inhoud van de tas. Alles zit er nog in! Gelukkig, gelukkig, gelukkig. Dit zou met de terugreis in het verschiet, het meest ongelukkige moment zijn geweest om onze spullen kwijt te raken. We besluiten allebei om maar even tegen elkaar te zwijgen…

De inname van de auto verloopt snel en zonder al te veel problemen. Enige issue is het sterretje in de voorruit. We hebben de auto volledig verzekerd dus ook dat levert geen enkel probleem op. Voor de zekerheid wordt de auto gewassen maar ook daarna wordt geen enkele schade geconstateerd. Het laatste stukje door Zuid-Afrika worden we gereden. We kijken nog een keer goed om ons heen en realiseren ons dat we hier voorlopig niet meer zullen terugkeren. Dat doet een klein beetje pijn in ons hart.