Marienthal

dag8_6356Een reisdag met relatief weinig (260) kilometers. In de tent van San is als eerste beweging. Sandra heeft zoveel last van de kou dat bewegen een beter alternatief is dan het blijven liggen onder twee dekens. Floor die vandaag weer bij mij heeft geslapen is vooralsnog niet van plan om wakker te worden. San staat op en kookt water voor een heerlijk kopje instantkoffie, terwijl ik me aankleed. Tjemig, het is echt koud! De druppels die aan het buitenkraantje hangen zijn bevroren. Kortom, we hebben weer een koude nacht gehad in het immer warme Afrika. Van nachtrust was overigens nauwelijks sprake. De lokale disco waar die ook was, heeft vannacht een feestje gehad dat tot in de weide omtrek te horen was. Dus om nu te zeggen dat we uitgerust wakker worden. Nou nee. Met handschoenen aan genieten we van wakker wordend Afrika.

Gisteravond hebben we wederom geprobeerd om een kampvuurtje te maken, maar het door ons gekochte hardhout leent zich niet voor een lekker fikkie. Ik ga maar eens ten rade bij ons Franse (Toulouse) buren die net bezig zijn om hun vuurtje op te poken. Ze geven ons wat stukjes hout die inderdaad een stuk makkelijker vlam vatten. Op het vuurtje zetten we de pan met eieren. Sinds Kgalagadi een dagelijks terugkerende routine. Het water wil maar niet gaan koken op ons haardvuurtje maar drie kwartier in heet water moet voor een eitje toch voldoende zijn om gaar te worden. We proberen een eitje en dat bevalt. Het water in de pan wordt afgegoten, de eieren worden ingepakt.

Als Floor ook wakker is en de meeste van onze spullen weer opgeborgen zijn in de Hilux is het tijd om te vertrekken. Mata Mata is uitgerust met een tankstation en een klein winkeltje. De auto wordt volgegooid met diesel en San koopt water en een zak met hout. Namibië here we come! Omdat we de grens over gaan moeten we natuurlijk nog wel even via douane. Eerste via Zuid-Afrika het land uit, vervolgens een klein stukje niemandsland en dan Namibië in. Na het invullen van de benodigde immigratiedocumenten krijgen we de stempels in onze paspoorten en mogen we door naar loket nummer twee. Bij loket twee dient uiteraard weer een formuliertje ingevuld te worden en wordt de wegenbelasting betaald. Tot slot wordt door de dienstdoende douanier de auto gecontroleerd. “Firearms?”, vraagt de man? “No”, zeg ik in mijn beste Engels, “unless you also want my firelighter”. Een flauwe lach van de douanier valt mij ten deel. Grappen op de vroege ochtend worden niet gewaardeerd. Was overigens ook niet mij beste grap ever. “Wood?”, vraag hij vervolgens. “Ehh, yes”, antwoord ik weifelend. De douanier is duidelijk. Er mag geen hout ingevoerd worden in Namibië, ook niet als dat twee minuten geleden op vijfentwintig meter afstand van de grensovergang is gekocht… Op de vraag waarom geeft de man aan dat er mogelijk insecten in het hout zitten en die mogen niet geïmporteerd worden. Zuivel en vlees is geen enkel probleem. Gelukkig kunnen we het hout terugbrengen naar de winkel en krijgen we ons geld terug.

Na een paar uur rijden door een weergaloos landschap arriveren we bij de Kalahari Anib Lodge. Een lodge met slechts drie kampeerplaatsen. Per kampeerplek is een douche, toilet en de onvermijdelijke braaiplaats! Wauw. Omdat we vanmorgen ongedoucht de auto ingestapt zijn, springen we bij aankomst eerst onder de douche. Zouden we warm water hebben? Natuurlijk! Het valt trouwens op dat we dit jaar nog nergens koud water hebben gehad. Dat is ten opzicht van 2013 al een behoorlijk verschil en een enorme vooruitgang. Fris gedoucht en met schone kleren aan lopen we vervolgens naar de bar. We zijn nu een week onderweg en dit is de eerste locatie waar we de beschikking hebben over Wifi. Snel scannen we de binnengekomen appjes en social media. Nadat de sociale plichten zijn vervuld is het tijd voor ons favoriete tijdverdrijf (in gezinsverband…). We gaan een potje pesten.

Geen zin om te koken reserveren we een tafeltje in het restaurant. Het restaurant is groot, een tikkeltje ongezellig maar het eten dat geserveerd wordt (uiteraard in buffetvorm) is prima. De kampeerplaats ligt een paar honderd meter van het restaurant af. Onder de Afrikaanse hemel lopen we terug naar onze tenten. De hemel is bezaaid met sterren. Wat is dat toch geweldig. Terwijl we in de verte de dieren horen vallen we in slaap.