Vandaag is een reisdag en daar valt doorgaans weinig over te vertellen. Als we volledig geïnstalleerd en net onderweg zijn, controleert Sandra haar telefoon en ziet dat ze een oproep heeft gemist. Als ze besluit om terugbellen, blijkt het Thamalakane Lodge te zijn waar we zojuist zijn vertrokken. In gebrekkig Engels wordt uitgelegd dat we een knuffel zijn vergeten. Panda blijkt nog bij de receptie te liggen. Het lijkt een herhaling van zetten, Ook twee jaar gleden vergat Floor op een van de laatste dagen haar favoriete knuffel. Floor, inmiddels zes, is groot en dapper genoeg om zelf naar de receptie te lopen en haar kleinood op te halen!
We moeten vandaag zo’n vijfhonderd kilometer overbruggen en komen daarbij langs verschillende veterinaire posten, politie posten en natuurlijk de grens. Een andere overeenkomst met de reis van twee jaar geleden zijn de gieren die ons uitzwaaien. Voordat we de grens overgaan zijn een een grote groep gieren die zich te goed doen aan een dood kalfje. We proberen zo goed mogelijk foto’s te maken maar blijkt erg tegen te vallen. De herinnering maakt nu al een hoop goed.
Bij de grens worden in twee verschillende gebouwen met ieder twee loketten de formaliteiten afgehandeld. Formulieren invullen, stempels krijgen, paspoorten laten zien… Vandaag hebben de (vrouwelijke) beambten er niet zo heel veel zin in. Maakt niets uit, we hebben alle tijd en eigenlijk maar één doel: de grens over en Namibië weer in. We zijn eigenlijk begonnen aan onze reis terug naar huis.
Omdat we in een auto rijden met Zuid-Afrikaans kenteken dient deze bij de grens ingevoerd te worden. Kosten hiervan bedragen zijn 220 Namibische dollars. San gaat er van uit dat ze met Botswaanse pula kan betalen. Ik ben ervan overtuigd dat dat niet kan. Gevolg: Stress. De gevolgen vallen gelukkig heel erg mee. San wordt door de ambtenaar naar een shabby kantoortje gestuurd waar ze de pula kan wisselen voor dollars. Een formeel grenswisselkantoor is het niet maar ze nemen de pula in ontvangst en dat is het belangrijkste. De formaliteiten worden vervolgens snel afgehandeld. We krijgen een nieuw groen formulier, gelijk aan het formulier dat ze eerder in Botswana van ons hadden afgepakt. We zijn daarmee weer in Namibië en zetten koers naar Zelda’s Guest Farm. Wat overigens opvalt is dat de bevolking van Namibië een stuk aardiger is dan die van Botswana. Dit komt direct tot uiting als we de grens oversteken. De mensen zwaaien weer en wij, wij zwaaien terug.
Zelda’s Guest Farm overtreft alle verwachtingen. We worden zo maar dertig jaar terug in de tijd geworpen. De oude vandagen die de tent runnen, hebben een dito smaak voor wat betreft de inrichting van de lodge. Veel meer kitsch per vierkante meter dan dit kan een weldenkend mens niet verdragen. Het veel te oude personeel is stik chagrijnig en Floor is, die ondanks dat ze al zes is, niet welkom in de bar! Ze moet in de lounge blijven…
Gelukkig is er een lichtpuntje, we mogen mee met de verzorgers terwijl die de dieren voeren. De farm beschikt over een aantal weesdieren waaronder een luipaard en een cheetah. Het voeren is verder niet heel bijzonder hetgeen vooral te maken heeft met het feit dat de dieren in gevangenschap leven. De glans gaat er dan toch een beetjes vanaf. Na drie kwartier zijn we klaar en kunnen we ons opmaken voor het diner. Het restaurant wat doet denken aan een Duitse huiskamer uit de jaren zeventig is al net zo smaakvol ingericht als de rest van de lodge. Consequent zijn ze daarmee wel. Terwijl we plaatsnemen vult de ruimte zich met de klanken van Heino en Heintje. Ook hier geldt, ‘you love it, or you hate it’. We zijn in ieder geval niet zo onder de indruk.
Het spreekt voor zich dat onze kamer net zo charmant is ingericht. De uitzondering is de natuurlijke ‘klimmuur’ die ze hebben gebouwd. We doen nog snel een wedstrijdje wie als eerste naar boven kan klimmen en het plafond kan aanraken. Dan wordt het echt tijd voor onze vakantievriend Virgilius en maken we ons op voor de nacht. De dag die we vooraf hadden bestempeld als een van de saaiste blijkt uiteindelijk toch nog wel grappig. In onze kamer gevuld met porseleinen beeldjes vallen we onrustig in slaap.