Vandaag een verbindingsetappe. We gaan naar een middelgroot stadje, Rundu genaamd. Dit betekent zo’n 450 kilometer te overbruggen asfalt en gravel. Alvorens we aan de reis beginnen doen we eerste nog een klein rondje Etosha. Wie weet hebben we mazzel en zien we leeuwen. Mazzel hebben we niet, mooi licht daarentegen wel. Een goede keus dus om weer vroeg op pad te gaan. Bij het krieken van de dag staan we op om, zodra de toegangspoort van het park opengaat, te kunnen genieten van het park.
Na een uurtje gereden te hebben, komt ons een auto tegemoet die ons seint rustig aan te doen. Olifanten. Op zich niet abnormaal in een wildpark als Etosha maar de olifant staat wel heel dicht op de weg. Het akkefietje met de trompetterende olifant van gisteren zijn we nog niet vergeten en we vragen ons hard op af wat te doen. Gelukkig zijn we niet de enigen en als de eerste auto gas geeft en rustig langs de olifant rijdt is ook voor ons de ban gebroken. Rustig aan, rustig aan. Nog nooit zijn we zo dicht langs een (wilde) olifant gereden. Hoe heftig.
Sandra fungeert als altijd als navigator, daarnaast houdt ze vandaag ook nog eens de klok in de gaten. Op de permit hebben we moeten invullen hoe laat we het park van plan zijn te verlaten. Tien uur in ons geval, het wordt een tikkeltje later. De gatekeeper vindt echter dat we niet op tijd zijn. En dat klopt! De dame in kwestie maakt ons duidelijk de we een permit hebben voor 24 uur met uitloop van een uur. We waren gisteren om half zeven aan de gate, dus een eenvoudige rekensom leert dat we meer dan een uurtje uitloop hebben. De uitrijdtijd van tien uur die we hebben ingevuld had dus geen enkele functie. We moeten daarom een volle dag extra betalen. Een volle dag extra en dan nog steeds geen leeuw gezien… Zonde.
Floor vindt een gamedrive pas echt leuk als ze bij mij of bij San voorin op schoot mag zitten. Een andere manier waarop ze het leuk vindt is uiteraard het spotten van dieren in ruil voor een dropje. Wordt niet aan een van deze voorwaarden voldaan, dan wordt er gezeurd of geslapen. Dat laatste doet ze als we het park uitrijden. We stoppen langs de kant van de weg om Floor rechtop te zetten en beginnen dan aan de 450 kilometer lange rit.
Er zijn twee manieren waarop we Rundu kunnen bereiken. Het eerste alternatief is een lange asfaltweg, het tweede is een combinatie van asfalt en gravel. We kiezen uiteraard voor de laatste. Deze route is wat afwisselender en bovendien korter. Op gravel mogen we overigens maar tachtig kilometer per uur rijden. Geen probleem, we hebben geen haast en tijdens onze rit worden we getrakteerd op mooie vogels en angstige wrattenzwijnen. De laatste 150 kilometer zijn kaarsrecht en daarmee ernstig saai. Het enige dat voor wat afwisseling zorgt zijn de kleine dorpjes die links en rechts van de weg opduiken. Ook in deze dorpjes mag nog steeds 120 kilometer per uur gereden worden, pas als een school in zicht komt wordt de maximum snelheid verlaagd. Naar negentig! Ondenkbaar in Nederland.
Rundu zelf is een klein plaatsje dat voor alle omliggende dorpen (en dat is een ruim begrip) dient als centrum van de wereld. Veel winkels, veel auto’s en een gezellige drukte. We rijden dwars door het centrum van Rundu heen op weg naar onze lodge. Deze ziet er in tegenstelling tot wat San in eerste instantie dacht, prima uit. De kamers zijn schoon en ruim maar wel heel erg gehorig. Floor wil direct het zwembad in dus van die gehorigheid hebben we voorlopig geen last. Van zwemmen komt natuurlijk niets terecht. Floor houdt zich meer bezig met het reanimeren van vlinders die ze redt van een wisse verdrinkingsdood dan met het trekken van wat baantjes in een ijskoud zwembad. Terwijl San en ik het tafereel gadeslaan drinken we aan de rand van het zwembad op ons gemak een biertje en komen in deze vrije middag lekker tot rust.
Het diner gaat voor Floor’s begrippen redelijk soepel. De preek over haar eetgedrag eerder deze middag is blijkbaar aangekomen. Ze probeert zelfs een blaadje sla. Kort na het eten vallen al snel de luiken dicht. Floor is als eerste vertrokken, kort daarna gevolgd door mij. San mag om negen uur het licht uit doen en valt ook direct in slaap. Van de gehorigheid hebben we gelukkig geen last.