De woestijn

woestijnNa een nachtrust die niet de boeken in zal gaan als de meest geweldige aller tijden worden we om vijf uur door de wekker wakker gemaakt. We nemen even rustig de tijd om wakker te worden. Ik ben als eerste up and running en vertrek na een korte douche richting receptie om een kop koffie te drinken. San en een nog half slapende Floor volgen snel. Omdat we niet op het resort eten, staan er drie flinke lunchpakketten op ons te wachten. We hadden verwacht dat het drukker zou zijn bij ons vertrek, blijkbaar kiezen de meeste gasten voor een uurtje extra slaap.

Wij maken ons in ieder geval weer op voor een spannende rit over de inmiddels bekende gravel weg, in het donker welteverstaan. We hebben berekend dat we tijdig bij de gate zijn om zo min mogelijk tijd verliezen. We staan dan ook als vijfde auto in de rij te wachten tot het hek van het park open zal gaan. Zonder problemen rijden we door de poort. Ik heb het entreegeld al in mijn handen om de parkranger bij de tweede poort te kunnen betalen. Oeps… We hadden al bij binnenkomst een permit moeten kopen. De parkranger kent blijkbaar z’n pappenheimers. We mogen tegen inlevering van een paspoort, en daarmee de belofte dat we de permit alsnog kopen als we het park verlaten, het park in.

De weg verandert van zand in asfalt. We zijn op weg naar de Woestijn. De Woestijn waar we ons al weken op hebben verheugd. De route op zich is al leuk omdat we links en de rechts al wat klein wild spotten. Naast de inmiddels bekende struisvogels en bokjes dienen zich deze keer ook jakhalzen aan. Hoogtepunt van de heenreis is een dartelend jong bokje! Iets dat we nog nooit eerder hebben gezien.

Na vijfenveertig kilometer asfalt rijden we langs de beroemde Duin 45. Eerder hebben we al besloten om deze duin links te laten liggen. De zon is bovendien al op dus voor de mooiste zonsopkomst ter wereld zijn we toch al te laat. Rechtstreeks naar de Deadvlei dus. Voordat we daadwerkelijk naar de Deadvlei kunnen, moeten we ‘verplicht’ even stoppen. De komende kilometers rijden we door mul zand hetgeen betekend dat de 4X4 eindelijk ingeschakeld wordt en dat de bandenspanning omlaag moet. Een Italiaans Duitser die toevallig ook nog eens in Nederland heeft gewoond en gewerkt komt ons even helpen. Na een goedkeurende blik gaat de versnelling in high gear en kunnen we aan ons zoveelste avontuur beginnen.

Na vijfenveertig kilometer asfalt rijden we langs de beroemde Duin 45. Eerder hebben we al besloten om deze duin links te laten liggen. De zon is bovendien al op dus voor de mooiste zonsopkomst ter wereld zijn we toch al te laat. Rechtstreeks naar de Deadvlei dus. Voordat we daadwerkelijk naar de Deadvlei kunnen, moeten we ‘verplicht’ even stoppen. De komende ki-lometers rijden we door mul zand hetgeen betekent dat de 4X4 eindelijk ingeschakeld wordt en dat de bandenspanning omlaag moet. Een Italiaans Duitser die toevallig ook nog eens in Nederland heeft gewoond en gewerkt komt ons even helpen. Na een goedkeurende blik gaat de versnelling in high gear en kunnen we aan ons zoveelste avontuur beginnen. De Hilux trekt ons op eenvoudige wijze door het mulle zand. Zowel de omgeving als de spanning van deze nieuwe ervaring maken diepe indruk. Aangekomen op onze bestemming worden we pas echt stil… Onwerkelijk wat mooi, zelf Floor is onder de indruk van zoveel natuurschoon.

Nadat we ingesmeerd zijn, de water voorraad en de camera’s hebben gecontroleerd lopen we richting duin. We volgen een spoor berg op. Gelukkig blijkt dat allemaal een stuk makkelijker te gaan dan we vooraf hadden gedacht. Floor geniet zichtbaar en leeft zich uit met het zand en alle dode en levende natuur. ‘s Ochtends had ik tegen Floor gezegd dat we de grootste zandbak zouden bezoeken die ze ooit in haar nog jonge leventje had gezien. Terwijl we boven op de duin staan te genieten van het uitzicht vraagt Floor wanneer we toch naar die grote zandbak gaan. Hilarisch… Als we het hoogste punt van de berg zand hebben bereikt overleggen we even wat te doen. Lekker naar beneden rennen is uiteindelijk de leukste optie.

Floor geeft mij een hand en met veel gelach en geschreeuw rennen we met z’n tweeën naar beneden. San volgt ons met foto- en filmcamera. We kunnen er niet over uit hoe geweldig het is! Als we beneden zijn legen we onze schoenen en genieten we van de veranderde omgeving. Het zand heeft plaatsgemaakt voor dode bomen en zout. De camera’s worden in stelling gebracht om de eeuwenoude bomen zo mooi mogelijk te fotograferen. Gelukkig is het nog niet al te druk.

De temperatuur loopt inmiddels snel op en dus be-sluiten we om terug te keren naar onze auto. Nog steeds zijn er touristen die richting duin en zout-vlakte wandelen. Ervaringsdeskundig als we zijn gaat de terugweg door het mulle zand ook weer zonder problemen. Floor mag tijdens de terugrit in het midden van de auto staan om alles goed in de gaten te kunnen houden. Wat een geweldige ochtend.
Volgens Sandra een meer dan geweldig verjaardags-cadeau. We rijden op ons dooie akkertje terug naar de gate om onze permit te kopen. Zodra we onze vriend de gatekeeper de permit laten zien krijg ik mijn paspoort weer terug en kunnen we naar het dichtstbijzijnde tankstation om te tanken en om de banden weer terug op spanning te krijgen.