KK

201405

Vandaag weer een excursie: Orang Oetans! De eerste kans deze vakantie dat we deze dieren te zien krijgen. Met Mr. Andrew hebben we afgesproken dat hij ons om acht uur in lobby van het hotel ophaalt. Omdat we vandaag ook weer een reisdag hebben wordt de wekker weer op ‘vroeg’ gezet. Half zeven worden we wakker wakker gepiept en maken we ons klaar voor vertrek. Aangekomen bij het Semenggoh Nature Reserve blijkt dat de excursie een hoog toeristisch gehalte heeft. Dat nemen we voor lief, het doel heiligt namelijk de middelen. Het is slechts een kleine wandeling naar het platform waar de dieren hun voedsel krijgen. Met z’n vijftigen beginnen we aan de wandeling. Ons wordt gevraagd stil te zijn, de vraag is echter voor wie of voor wat. Het platform is leeg. Geen apen, geen beesten, geen helemaal niets. Ergens diep van binnen vind ik het niet eens zo heel erg. De massaliteit van het geheel is toch wel heel erg groot en daardoor ontbreekt iedere vorm van exclusiviteit. We wachten ongeveer drie kwartier maar de apen laten zich niet zien. Het is fruitseizoen dus de apen hebben het fruit voor het grijpen en hoeven niet naar een platform te komen om zich bij te laten voeren. Gelukkig krijgen we deze vakantie nog een aantal kansen om deze dieren te zien.

We zitten ruim in onze tijd voordat we naar het vliegveld moeten. Andrew stelt daarom voor om nog een pottenbakker te bezoeken. We kennen deze uitstapjes van eerdere vakanties. De gids probeert vakantiegangers mee te krijgen dergelijke winkels, die gerund worden door bijvoorbeeld vrienden en kennissen, en verdienen op die manier een extra zakcentje. Omdat het wachten op het vliegveld het andere alternatief is, besluiten we Andrew z’n gang te laten gaan. In het winkeltje dat bij de pottenbakkerij hoort proberen we een T-shirt voor Floor te kopen. Die laatste is het niet eens met onze keuze. Geen T-shirt dus, uiteindelijk gaan we zonder iets te kopen naar het vliegveld. Vanwege geleverde diensten geven we Andrew een aardige fooi en nemen we afscheid.

Het is kort na twaalf uur als we op de luchthaven zijn gearriveerd en dat betekent dat we langzaam maar zeker trek beginnen te krijgen. Het enige eetbare in de vertrekhal lijkt een Kentucky Fried Chicken te zijn. Heeft zeker niet onze voorkeur, maar we moeten wat. San en Floor gaan zitten terwijl ik de ‘menukaart’ bestudeer. Gelukkig zie ik net op tijd dat het koffiebarretje naast de KFC ook eten serveert. We schuiven een plaatsje op. Kip met friet wordt ingeruild voor een volle kom noodlesoup.

Kuching Airport is een redelijk vliegveld maar nu ook weer niet zo groot dat je er kunt verdwalen en daardoor je vliegtuig mist. Na twee rondjes gelopen te hebben, nemen we plaats bij de gate en wachten geduldig tot we kunnen vertrekken. Ons vliegtuig blijkt een propeller vliegtuig te zijn. Ik zit gelukkig op de eerste rij en heb daardoor wat extra beenruimte. San en Floor moeten een rij naar achteren. Jonge kinderen mogen immers niet bij de nooduitgang zitten. Als ik eenmaal lekker zit, zet het vliegtuig de landing al weer in, een tussenlanding. Door de aanwezige steward worden we verzocht uit te stappen, de handbagage kunnen we laten liggen. Op het vliegveld moeten we een klein rondje lopen om uiteindelijk via de Immigration Clearance en met een extra stempel in ons paspoort weer plaats te nemen in de het vliegtuig. Inmiddels is iemand in de stoelen op de tweede rij gaan zitten, dus het ruilen van stoelen begint weer opnieuw. Ogen dicht en slapen maar…

Op het vliegveld staat Olaf (www.sabah-borneo.nl) al keurig op ons te wachten. Op naar Kota Kinabalu. Vanaf het vliegveld is het maar een paar minuten rijden naar de homestay van Olaf en z’n gezin. Het huis is gelegen aan een klein riviertje en heeft vanaf de veranda een geweldig uitzicht op de omgeving. Olaf stelt ons voor aan zijn familie en praat ons bij over het leven in Maleisië en de plannen die hij voor de komende twee dagen voor ons heeft.

Als de avond valt en we allemaal fris gedoucht zijn, is het tijd om de stad te gaan verkennen. Olaf neemt ons mee naar de avondmarkt. De meeste lekkere geuren komen ons tegemoet. Allerlei vissen liggen uitgestald om te worden opgewarmd en opgegeten. Nadeel is dat je niet kunt zien wanneer de vis voor de eerste keer bereid is. Eten doen we hier daarom niet. Een pannenkoek met een soort pindakaas krijgen we (of eigenlijk Floor) wel van Olaf. Floor trekt een vies gezicht en haalt haar neus op voor de pannenkoek. Die verdwijnt vervolgens in de magen van drie smullende volwassenen. Als we teruglopen naar de auto zien we de ratten over het terrein rennen. Misschien maar slim ook om niet op de markt te gaan eten.

Het restaurant waar Olaf ons wel mee naar toeneemt lijkt veel op het food court van gisteravond. Een klein verschil is echter wel aanwezig. De getoonde vis is een stuk verser dan die in Kuching. De vis hier leeft immers nog. Voordat we onze vis gaan uitzoeken trakteert Olaf ons nog op wat sateh. Heerlijk. Als de sateh een heel eind op is, moet een keuze voor de vis gemaakt worden. We kiezen voor inktvis, grote garnalen en een witvis. De prijs van het geheel ligt een eind boven het gemiddelde tot nu toe, maar de ervaring en smaak compenseren dat volledig. We eten onze buiken goed rond en sluiten daarmee een prima dag af in Borneo.